Wijzigingen risico’s ten opzichte van jaarrekening 2023
Ten opzichte van de jaarrekening 2023 zijn er een aantal wijzigingen in de risico’s met een risicoscore van 15 of hoger zichtbaar. Deze zijn hiervoor beschreven.
Er zijn een aantal thema’s waar de gemeente mee te maken heeft, of gaat krijgen, die lastig te kwantificeren zijn. Deze onderwerpen gaan mogelijk een risico worden in de toekomst en daarom is het goed deze te benoemen.
- De PFAS- en stikstofproblematiek is nog relevant en leidt tot vertraging in projecten voor woningbouw en infrastructuur. Ondanks dat al de nodige woningen zijn gerealiseerd, heeft het gevolgen voor de ambitie van woningbouwplannen.
- Bij de aanleg van maatschappelijk vastgoed, bedrijventerreinen en woonwijken wordt de nieuwbouw aangesloten op het elektriciteitsnet door Alliander. Alliander heeft aangegeven dat er nog slechts beperkt capaciteit is op het net door netwerkcongestie. Dit probleem zal zich de komende jaren blijven voordoen. Het financiële gevolg van de netwerkcongestie is meegenomen in de benodigde weerstandscapaciteit.
- De Omgevingswet is in werking getreden op 1 januari 2024. De wet beoogt onder meer procedures in aantal en omvang te vereenvoudigen. Juridisch is er sprake van een overgangstermijn. In de praktijk betekent dat een transitie naar plannen en procedures volgens de nieuwe wet. Die transitieperiode is nodig voor inwoners, bestuur en organisatie om zich nieuwe planvormen en procedures eigen te maken. Om dit proces te beheersen, is het budget voor implementatie verlengd tot en met in eerste instantie 2025, worden interne opleidingen en trainingen gevolgd en monitoren we interne werkafspraken met de omgevingsdienst. Daarnaast inventariseren we de gevolgen voor verschillende teams zodat benodigde middelen in uren en menskracht duidelijk worden en kunnen worden verwerkt in de reguliere exploitatiebudgetten.
- Voor de ontwikkeling van bedrijventerrein Agropark III wordt voor glastuinbouw gereserveerde ruimte ingewisseld. De provincie heeft schriftelijk bevestigd onder welke voorwaarden Agropark III kan worden ontwikkeld en de gemeente kan hieraan voldoen. De verwachting blijft wel dat nieuwe kavels met enige vertraging beschikbaar komen en daarmee de verkoop langer op zich laat wachten.
- De landelijke Hervormingsagenda Jeugd is op 19 juni 2023 definitief vastgesteld, ondertekend en aangeboden aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Sinds de vaststelling zijn er al veel ontwikkelingen landelijk ingezet. Momenteel zijn we bezig om de Hervormingsagenda lokaal en regionaal te implementeren. De eerder opgenomen bezuinigingen (taakstelling) jeugd, hebben we niet gehaald. Dit komt mede door de toenemende vraag naar jeugdzorg, maar ook door flinke tariefstijgingen die afgelopen jaren zijn doorgevoerd. Er is daarom besloten om de eerdere stelpost bij te stellen. Echter, ook of deze taakstelling haalbaar is, zal mede afhankelijk zijn van het beleid dat Landelijk wordt gevoerd (onder andere het tijdig aanpassen van de Jeugdwet).
- We zijn gestart met het bovenregionaal inkopen van Essentiële Functies in de jeugdzorg. Hiermee willen we de beschikbaarheid van de zorg voor jeugdigen (en hun ouders) met hoog specialistische zorgvragen borgen, de kwaliteit verbeteren en de zorg betaalbaar houden. De aanbesteding van deze Essentiële Functies zorgt voor een kostenstijging. Een deel van deze kostenstijging komt door de vanuit het Rijk opgelegde transformatie van jeugdhulp met verblijf, waarbij we een beweging naar kleinschalige opvang moeten maken. Daarnaast zijn er met nieuw in te kopen producten hogere tarieven van toepassing. Op dit moment is nog niet met zekerheid te stellen hoeveel jeugdigen uit Lingewaard uiteindelijk gebruik gaan maken van deze integrale hoog specialistische zorg en verblijf en onder welke zorgproduct en dus tarief zij exact gaan vallen. Hiermee lopen we een financieel risico dat de bedragen die op dit moment in de begroting zijn opgenomen, ontoereikend zullen zijn.
Toekomstige risico’s
Voor de komende jaren zijn er plannen die gevolgen kunnen hebben voor de financiele huishouding van de gemeente. Deze plannen krijgen de komende jaren vorm en hebben mogelijk gevolgen voor de benodigde weerstandscapaciteit en dus de ratio weerstandsvermogen. Het betreft de volgende ontwikkelingen:
Gemeentefonds
Voor de jaarlijkse indexering van de algemene uitkering in het gemeentefonds wordt vanaf 2024 een nieuwe methode gebruikt. In plaats van de oude “trap-op-trap-af-systematiek”, wordt nu uitgegaan van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Hiervoor wordt onder andere gekeken naar het historisch gemiddelde van de afgelopen acht jaar en het prijspeil bbp van het lopende jaar. Dit geeft meer stabiliteit, maar het is wel de vraag of het gemeentefonds voldoende blijft groeien om prijsstijgingen en areaaluitbreiding op te kunnen vangen. Als de bbp-groei en de prijsontwikkeling afwijken van de verwachtingen, kan dit betekenen dat Lingewaard moeite heeft om de budgetten op peil te houden en essentiële diensten te blijven leveren. Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners en de langetermijnontwikkeling van de gemeente. Hoewel de nieuwe financieringssystematiek stabiliteit kan brengen, schiet ze tekort om de groei van de uitgaven voor zorgkosten door vergrijzing en infrastructuur op te vangen. Vanwege deze bedenkingen van de VNG en het IPO loopt er een discussie met de fondsbeheerders.
Huisvesting scholen
In het Integraal Huisvesting Plan (IHP) zijn verschillende fases opgenomen voor vervangingsinvesteringen van vier scholen. De investeringen in fase 1 zijn meegenomen in de meerjarenbegroting. Op basis van de evaluatie van het IHP worden de toekomstige investeringen in kaart gebracht. Hier kunnen aanvullende lasten uit voortvloeien die we nu nog niet in beeld hebben.
Subsidie klimaat- en energiebeleid
Voor 2025 krijgen wij een Rijkssubsidie uit de tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE) van € 825.900,- voor personele lasten. Om de subsidie nu goed in te zetten, is de vaste formatie uitgebreid. Voor de jaren 2026 t/m 2030 zijn de afspraken al gemaakt en wordt een subsidieregeling opgezet. Een nieuw kabinet kan deze afspraken echter ter discussie stellen. Na 2030 is onbekend of er nog subsidiemogelijkheden zijn. Het risico bestaat dat er dan onvoldoende dekking is voor de nu uitgebreide vaste formatie.
Duurzaamheidsplannen regering en provincie
Eventuele wijzigingen in bijvoorbeeld het regerings- of provinciaal beleid ten aanzien van de inzet op zon en wind als duurzame elektriciteitsbron, kunnen tot gevolg hebben dat de gemeente via deze route niet de beleidsdoelen haalt. De begrote inzet van personeel en middelen om dit doel te bereiken, zijn dan mogelijk niet voldoende.
Inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo
Om de houdbaarheid van de Wmo te verbeteren, heeft het kabinet besloten om voor alle Wmo voorzieningen waar nu het abonnementstarief geldt, een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren. Hiermee wordt de hoogte van de eigen bijdrage afhankelijk van het inkomen van onze inwoners. Deze wetswijziging zorgt voor een korting in het gemeentefonds. Echter, op dit moment is nog niet geheel duidelijk hoe het abonnementstarief er exact uit komt te zien en of de abonnementstarieven voldoende dekkend zijn voor de korting die het rijk ons oplegt via het gemeentefonds.